Share on
Goede transferpricingdocumentatie is must bij fiscale controle
Belgische vennootschappen die deel uitmaken van een internationale groep worden in de meeste landen geconfronteerd met verplichtingen over transferpricingdocumentatie. Sinds 2016 moeten deze vennootschappen op basis van internationale afspraken binnen de OESO jaarlijks een groepsdossier (master file) en lokaal dossier (local file) indienen bij de fiscus. Hoewel het opstellen van deze documentatie vaak een tijdrovende klus is, legt de fiscus er steeds vaker de nadruk op tijdens fiscale controles. Een goede voorbereiding is daarom een must.
Belgische groepsvennootschappen zijn verplicht om transferpricingdocumentatie voor te leggen wanneer uit de enkelvoudige jaarrekening blijkt dat er:
- een omzet is hoger dan 50 miljoen euro;
- een balanstotaal is hoger dan 1 miljard euro, of;
- een gemiddelde tewerkstelling is van meer dan 100 FTE.
Om de documentatie op te stellen moet een onderneming informatie uit verschillende rapporteringen verzamelen en die nadien herwerken zodat ze voldoet aan de opgelegde formulieren voor de transferpricingdocumentatie.
Transferpricingdocumentatie belangrijk voor fiscus
Sinds 2016 zijn heel wat ondernemingen inmiddels goed georganiseerd om de documentatie op een zo efficiënt mogelijke manier op te stellen. De aanpak is vandaag vooral gericht op het vermijden van sancties (zoals geldboetes bij niet-indiening) en de correctheid van de documentatie. Het kan echter interessant zijn om nog een stap verder te gaan. In recente rechtspraak wordt namelijk benadrukt dat de fiscus tijdens een fiscale controle vooral nagaat of de prijzen die de onderneming hanteert voor intragroepsverrichtingen al dan niet conform het ‘at arm’s length’-beginsel zijn. Concreet betekent dit dat de verrichtingen tussen groepsvennootschappen steeds afgesloten moeten worden onder voorwaarden die, in vergelijkbare omstandigheden, ook zouden worden overeengekomen tussen niet-verbonden vennootschappen en dat ze dus marktconform moeten zijn.
Voor interpretatie vatbaar
We stellen vast dat transfer pricing in toenemende mate aan bod komt tijdens fiscale controles. Een aanpassing van de verrekenprijzen geeft vaak aanleiding tot een belangrijke correctie van de belastbare basis. Het Belgisch fiscaal recht kent echter geen dwingende regels die nauwkeurig vastleggen wat kan en wat niet kan. Er wordt verwezen naar de internationale richtlijnen van de OESO, al zijn ook deze teksten geen bindende wetteksten. Bovendien zijn ze heel algemeen opgesteld waardoor ze op verschillende manieren uitgelegd en toegepast kunnen worden. Controleurs maken hier graag gebruik van om allerlei aanpassingen voor te stellen. Wie op dat moment geen kwalitatieve transferpricingdocumentatie kan voorleggen, kan het lastig krijgen om te bewijzen dat de voorstellen van de controleur niet correct zijn.
Goede voorbereiding is het halve werk
Omgekeerd kan een kwalitatieve documentatie een enthousiaste controleur temperen. Wie op een consistente manier een transferpolitiek voert, maakt het de fiscus namelijk moeilijk om te bewijzen dat deze politiek tot een niet-marktconforme uitkomst leidt. In dat geval komt de bewijslast dus niet al te snel bij de belastingplichtige te liggen. De fiscus kan in dat geval ook niet zomaar een eigen methode in de plaats stellen die aanleiding geeft tot een hogere belastbare winst in België. Hij moet namelijk zelf eerst kunnen aantonen dat de toegepaste methode verkeerd is. Voldoende tijd besteden aan goede transferpricingdocumentatie kan het risico bij een eventuele controle dus aanzienlijk verminderen. Bovendien vermijdt u op die manier ook dat u achteraf nog tijd moet investere, n om de standpunten van de fiscus te weerleggen.
Nico Demeyere, advisor tax Vandelanotte
Dit artikel is gereproduceerd met de vriendelijke toestemming van de Jubel.be-website waar het werd gepubliceerd