Share on
Belastingvoordeel voor kwijtgescholden huur
Geschreven door DELBOO
Wie een pand verhuurt aan een onderneming die verplicht haar deuren moet sluiten door de federale coronamaatregelen, kan onder bepaalde voorwaarden een belastingvermindering of belastingkrediet bekomen. Een recente tijdelijke ondersteuningsmaatregel voorziet namelijk dat een verhuurder een belastingvoordeel kan verkrijgen tot 30% van de kwijtgescholden huur voor de maanden maart, april en/of mei 2021.
Achtergrond
Ondernemingen die verplicht de deuren (hebben) moeten sluiten door de coronamaatregelen hebben het niet gemakkelijk. Hun bron van inkomsten ligt droog, maar grote maandelijkse kosten, zoals huur van een bedrijfspand, lopen ook tijdens de periode van verplichte sluiting door. Sommige verhuurders gaan daarom akkoord dat de huurder tijdelijk geen of een beperkte huur betaalt.
De minister van Financiën werd recent ondervraagd omtrent de fiscale gevolgen van zo’n kwijtschelding van huur. Hij verduidelijkte onder meer dat dergelijke kwijtschelding in principe niet als een belastbaar abnormaal of goedgunstig voordeel moet worden beschouwd.
Heeft de verhuurder reeds ‘een als opbrengst geboekte vordering van handelshuur’ opgenomen in zijn boekhouding, dan heeft de minister bovendien (met de nodige voorbehouden) bevestigd dat dergelijke kwijtschelding in heel wat gevallen als aftrekbare beroepskost kan worden beschouwd, zodat de verhuurder opnieuw niet belast wordt op de misgelopen huurinkomsten.
Om ondernemingen verder te ondersteunen, werd recent ook een wetsontwerp goedgekeurd dat voorziet in een aantal nieuwe tijdelijke ondersteuningsmaatregelen voor ondernemingen die verplicht de deuren (hebben) moeten sluiten. Een van die maatregelen geeft verhuurders een bijkomende fiscale incentive om de huurgelden voor deze gesloten ondernemingen tijdelijk – en al dan niet gedeeltelijk – kwijt te schelden.
Fiscaal voordeel
Een verhuurder die deze ondernemingen meer ademruimte wil geven door de huur kwijt te schelden, kan aanspraak maken op een belastingvermindering in de personenbelasting (voor verhuurders-natuurlijke personen) of een belastingkrediet (voor verhuurders-vennootschappen) ten belope van 30% van de kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen voor de maanden maart, april en/of mei 2021.
Het voor het belastingvoordeel in aanmerking te nemen bedrag aan huurprijs en huurvoordelen wordt begrensd op 5.000 euro per maand per huurovereenkomst. Bovendien geldt er een maximum van 45.000 euro per belastingplichtige over alle huurovereenkomsten heen. Er kan bijgevolg een fiscaal voordeel van maximaal 13.500 euro worden genoten.
Zoals wel vaker het geval is, gelden ook een heleboel voorwaarden om aanspraak te kunnen maken op deze voorziene maatregel. Wij lichten de voornaamste voorwaarden toe.
Voornaamste voorwaarden m.b.t. de huurder en de verhuurder
De huurder moet voor de periode waarvoor de huur wordt kwijtgescholden (i) een zelfstandige in hoofdberoep, (ii) een kleine vennootschap of (iii) een kleine vereniging zijn. Deze huurder moet effectief een ondernemingsactiviteit uitoefenen volgens de gegevens in de Kruispuntbank van Ondernemingen in het pand van de verhuurder voor de periode waarvoor kwijtschelding wordt verleend.
Uiteraard geldt ook als voorwaarde dat de huurder zijn vestigingseenheid in het betrokken
pand verplicht heeft moeten sluiten in het kader van de federale coronamaatregelen. Het feit dat de huurder bijvoorbeeld een restaurant uitbaat en tijdens de verplichte sluiting afhaalmaaltijden bereidt, belet niet dat een kwijtschelding van de huur voor het pand in aanmerking kan komen voor de belastingvoordelen.
De huurder en de verhuurder mogen ook geen verbonden partijen zijn. Daaronder wordt onder meer begrepen dat de huurder niet de echtgenoot of de wettelijk of feitelijk samenwonende partner mag zijn van de verhuurder, noch een kind, ascendent of broer of zus van de verhuurder of van zijn partner.
Bij een verhuur aan een vennootschap mag de verhuurder, zijn echtgenoot, zijn wettelijk samenwonende partner of een andere persoon die deel uitmaakt van zijn gezin, geen bedrijfsleider zijn van de betrokken vennootschap. Hetzelfde geldt voor de kinderen, ascendenten en broers en zussen van de verhuurder, van zijn echtgenoot of wettelijk samenwonende partner of van een ander persoon die deel uitmaakt van zijn gezin. Diezelfde personen mogen samen ook geen aandelen bezitten die meer dan 30% van het eigen vermogen van de vennootschap vertegenwoordigen.
Voornaamste voorwaarden m.b.t. de huurovereenkomst en het gehuurde goed
De fiscale incentive geldt voor de kwijtgescholden huurprijs en huurvoordelen met betrekking tot het gedeelte van het verhuurde pand dat door de onderneming-huurder voor haar eigen ondernemingsactiviteit wordt aangewend. Ook het ter beschikking stellen van een onroerend goed via bijvoorbeeld een erfpachtovereenkomst of een brouwerijcontract zou in aanmerking kunnen komen.
Als het gaat om een gedeeltelijke kwijtschelding van de huur, moet minstens 40% van de huur voor het door de huurder beroepsmatig aangewende gedeelte van het pand kwijtgescholden worden.
Het fiscaal voordeel aanvragen
Een verhuurder die aan alle wettelijke voorwaarden voldoet, zal binnen de hogervermelde grenzen het belastingvoordeel kunnen aanvragen. Daarvoor moeten verhuurder en huurder de kwijtschelding uitdrukkelijk schriftelijk overeenkomen. Een afschrift daarvan moet bovendien uiterlijk op 15 juli 2021 aan de fiscale administratie bezorgd worden.
De verdere praktische modaliteiten van dit belastingvoordeel zullen in een nog te publiceren Koninklijk Besluit worden vastgelegd.