Uitkering liquidatiereserves familiale vennootschap met behoud vrijstelling schenkbelasting ?

De schenking van aandelen van een familiale vennootschap kan genieten van een vrijstelling van schenkbelasting. Deze vrijstelling blijft alleen behouden als de familiale vennootschap voldoet aan een aantal strikte voorwaarden. De Vlaamse Belastingdienst (VLABEL) is recent dieper ingegaan op één van deze voorwaarden, namelijk de vereiste van behoud van kapitaal/eigen vermogen en de vraag of deze voorwaarde de uitkering van liquidatiereserves toelaat.

Achtergrond


De familiale exploitatievennootschap in kwestie is een boekhoudkantoor, waarvan de oprichter een deel van zijn aandelen wil schenken aan zijn kinderen om de vennootschap voor te bereiden op een overdracht naar de volgende generatie.

Tot het eigen vermogen van de familiale exploitatievennootschap behoort een liquidatiereserve. Met een liquidatiereserve kan je als kmo-vennootschap jaarlijks (een deel van) de belaste winst boeken op een afzonderlijke passiefrekening van de balans. Op dit bedrag is onmiddellijk een afzonderlijke aanslag van 10% verschuldigd door de vennootschap. Bij uitkering na een wachttermijn van vijf jaar is slechts 5% roerende voorheffing verschuldigd (bij uitkering binnen de vijf jaar is 20% verschuldigd).

In casu zou een deel van de liquidatiereserve periodiek uitgekeerd worden (met afhouding van 5% roerende voorheffing) ten gunste van beide kinderen. Deze uitkeringen zouden specifiek en integraal worden aangewend om een deel van de aandelen van hun vader te verwerven in de vastgoedvennootschap (eveneens een familiale vennootschap) die het onroerend goed bezit waarin de exploitatievennootschap haar activiteiten ontplooit.

Cumulatieve voorwaarden tot behoud vrijstelling

 

Om te kunnen blijven genieten van de vrijstelling van schenkbelasting voor aandelen van een familiale vennootschap, zal gedurende een periode van drie jaar na de schenking, voldaan moeten zijn aan volgende voorwaarden (artikel 2.8.6.0.6, §2 VCF):

  • De vennootschap blijft een reële economische activiteit hebben.
  • De activiteit moet ononderbroken behouden blijven en er moet elk boekjaar een jaarrekening worden neergelegd.
  • Het kapitaal (voor een NV) of het eigen vermogen (voor een BV), mag niet door uitkeringen of terugbetalingen dalen onder het bedrag van het kapitaal, respectievelijk de inbrengen op de datum van de schenking.
  • De vennootschap moet haar maatschappelijke zetel binnen de EER (Europese Economische Ruimte) behouden.

 

Voorafgaande beslissing VLABEL: a posteriori controle na drie jaar

 

In de voorafgaande beslissing nr. 21034 van VLABEL van 25 mei 2021 gaat VLABEL dieper in op de voorwaarde dat het kapitaal of eigen vermogen niet mag dalen door uitkeringen of terugbetalingen.

Aangezien de familiale vennootschap in casu een BV is, mag haar eigen vermogen gedurende drie jaar vanaf de datum van de authentieke akte van schenking niet dalen door uitkeringen of terugbetalingen tot onder het bedrag van de tot op de datum van de schenking verrichte inbrengen, zoals dat blijkt uit de jaarrekening.

Niet alleen een terugbetaling van inbreng of de opbouw van verliezen, maar ook uitkeringen van dividenden en overgedragen winsten of liquidatiereserves zorgen voor een aantasting van het eigen vermogen. Of de uitkering van de liquidatiereserve tot gevolg heeft dat het eigen vermogen daalt tot onder het bedrag van de op datum van de authentieke akte van schenking verrichte inbrengen, zal VLABEL pas onderzoeken bij de a posteriori controle op basis van de jaarrekening.

VLABEL spreekt zich niet uit of er bij de a posteriori controle (drie jaar na de schenking) zal voldaan zijn aan de voorwaarden tot behoud. Kortom, het is van belang dat uit de jaarrekening blijkt dat het eigen vermogen gedurende de drie jaar na de schenking niet daalt onder de verrichte inbrengen. Zolang het eigen vermogen boven deze grens blijft, lijkt VLABEL een uitkering van de liquidatiereserve te zullen aanvaarden.

Als de uitkeringen of terugbetalingen effectief het eigen vermogen doen dalen tot onder het bedrag van de verrichte inbrengen, leidt dit niet tot het volledige verval van de vrijstelling. Wel zal op het overschreden bedrag het normale tarief van de schenkbelasting op roerende goederen van toepassing zijn (3% of 7%).

 

Dit artikel is gereproduceerd met de vriendelijke toestemming van de Jubel.be-website waar het werd gepubliceerd